De eerste bisschop die de leiding kreeg van de katholieke geloofsgemeenschap in Suriname was Monseigneur Jacobus Grooff. Vanaf 1825 mocht hij dat doen met bisschopswijding en bisschoppelijk waardigheid. Hij bestuurde de RK Missie van Suriname echter nog onder de directe verantwoordelijkheid van de Paus, omdat het als missiegebied nog slechts bescheiden in organisatie was en nog geen zelfstandig bisdom kon zijn.
De na hem volgende bisschoppen hebben op gelijke wijze leiding gegeven aan de RK Missie, die later verheven werd tot apostolisch vicariaat, hetgeen aangaf dat de katholieke gemeenschap in de missie zich al goed aan het ontplooiien was. In 1958 was de groei zover dat de Paus het vicariaat verhief tot zelfstandig bisdom. Mgr. Stephanus Kuijpers werd de eerste die de titel mocht voeren van ‘bisschop van Paramaribo’.
Hieronder volgt de apostolische successie van de bisschoppen die de RK gemeenschap in Suriname geleid hebben, met hun wapens en wapenspreuken.
1. Mgr Jacobus Grooff (1825–1852)
|
2. Mgr G. Schepers (1852–1865) |
|
3. Mgr Johannes B. Swinkels, C.Ss.R. (1866–1875) |
4. Mgr J.H. Schaap, C.Ss.R. (1875–1889) |
|
5. Mgr Wilhelmus Wulfingh, C.Ss.R. (1889–1906) |
6. Mgr J.C. Meeuwissen, C.Ss.R. (1907–1912) |
|
7. Mgr Th.A.L.M. van Roosmalen, C.Ss.R. (1912–1946) |
8. Mgr Stephanus Kuijpers, C.Ss.R. (1946–1970) |
|
9. Mgr Aloysius Zichem, C.Ss.R. (1970–2003)
|
10. Mgr. Wilhelmus de Bekker (2005 -) |